In Nederland zijn ouders wettelijk verplicht om financieel bij te dragen aan de kosten van hun kinderen tot ze 21 jaar oud zijn. Echter, wanneer een kind de leeftijd van 21 jaar bereikt, komt er vaak een wijziging in de verplichtingen van de ouders, zeker wanneer het gaat om studiekosten. In dat geval kan een studiekostenbeding uitkomst bieden. Dit specifieke beding, vaak opgenomen in een ouderschapsplan, regelt hoe de bijdrage van ouders in de (studie)kosten van een kind verder gaat, zelfs na het bereiken van de 21-jarige leeftijd.
Hoewel de wet geen verplichting oplegt voor ouders om studiekosten na de 21ste verjaardag van hun kind te blijven vergoeden, kunnen ouders ervoor kiezen om dit expliciet vast te leggen in een overeenkomst. Het studiekostenbeding bepaalt dan onder welke voorwaarden de ouder(s) bijdragen blijven leveren voor bijvoorbeeld collegegeld, boeken, en een deel van het levensonderhoud.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat de uitleg van zo’n beding niet altijd zo eenvoudig is als de letterlijke tekst. Er wordt vaak gekeken naar de intentie van de ouders bij het opstellen van het plan, en naar de specifieke omstandigheden rondom het kind en de studiekeuze. Dit kan leiden tot uiteenlopende interpretaties, zoals blijkt uit een recente rechtszaak waarin een vader zich verzet tegen het betalen van kosten voor een tweede opleiding van zijn dochter.
De dochter had namelijk na het afronden van haar studie fotografie, besloten een vervolgopleiding in psychologie te volgen en vroeg haar vader om bij te dragen aan de kosten van deze tweede studie. De vader meende echter dat hij uitsluitend had ingestemd met een bijdrage voor de eerste studie en niet voor een vervolgopleiding. De rechtbank oordeelde in dit geval dat het ouderschapsplan in eerste instantie slechts verwees naar één opleiding, en dat er geen concrete afspraken waren gemaakt over het financieren van een tweede studie. De dochter kon niet aantonen dat er tijdens de opstelling van het ouderschapsplan sprake was van een expliciete afspraak over vervolgopleidingen, en haar verzoek werd afgewezen.
Wat kunnen we hiervan leren? Het is essentieel om bij het opstellen van een ouderschapsplan zorgvuldig te werk te gaan en duidelijke afspraken te maken over de studiekosten. Het gebruik van een standaardbepaling is vaak niet voldoende, zeker niet als er sprake is van meerdere opleidingen. Het is verstandig om juridisch advies in te winnen en te zorgen voor maatwerk, zodat er geen misverstanden ontstaan over de verplichtingen van beide ouders. Zo weet iedereen precies waar ze aan toe zijn, nu en in de toekomst.



